Maarssen, 6 juni 1994

Betreft: Zelfstandig ondernemerschap en de sociale 'zekerheid'
 

Zeer geachte heer Bolkestein,

Als één uwer kiezers hoop ik uw tijd en aandacht te mogen vragen voor de problematiek van een zelfstandig ondernemer in de automatiseringsbranche, specifiek met betrekking tot de conflicten die ontstaan als gevolg van de huidige sociale wetgeving.

Mijn bedrijf is een eenmanszaak met mijzelf als enig werkzaam persoon. Ik lever adviezen en diensten op het gebied van automatisering, zoals systeeminrichting, beveiliging en beheer. Mijn eenmanszaak is als volgt ontstaan:

In 1990 werd ik werkloos als gevolg van reorganisatie bij mijn toenmalige werkgever, zodat ik om niet in de WW te komen free-lance ben gaan werken via een tijdelijke arbeidsovereenkomst. Intussen ben ik blijven solliciteren, alleen om te ontdekken dat ik òf te oud (ik ben nu 38), òf te duur, òf te breed (veelzijdig) ben voor de huidige arbeidsmarkt (het gaat niet goed in de branche), òf dat mijn pensioen een probleem vormt (privé pensioen past niet in collectieve regelingen en ik ben niet bereid tot pensioenbreuk).

Bijna was ik bij mijn tijdelijke werkgever in dienst getreden, doch deze is na een bijna- faillissement overgenomen door een grotere onderneming, waarmee de zaak alsnog afketste. Alles bij elkaar restte mij weinig anders dan zelfstandig de markt op te gaan, met alle risico's van dien. In 1991 heb ik getracht met mijn echtgenote een opleidingsbureau voor tekstverwerking op te starten, doch nog tijdens de voorbereidingen stortte de markt hiervoor in, zodat we de investeringen in deze richting ijlings hebben stopgezet.

Gelukkig is de weg naar het ondernemerschap met beleid bewandeld, zodat de tegenslagen tot dusverre op te vangen zijn geweest (geen flitsende lease-auto's, investeren met eigen kapitaal, dus geen schulden, kantoor inrichten met gebruikmaking van aanbiedingen, dingen pas aanschaffen wanneer echt nodig, etcetera).

Het grootste struikelblok voor het succes van mijn zelfstandigheid vormt echter ironisch genoeg de sociale wetgeving, meer specifiek de wet ketenaansprakelijkheid!

In 1992 ben ik, aansluitend op het tijdelijke dienstverband, 10 maanden werkloos geweest, in welke tijd ik op grond van mijn arbeidsverleden een WW-uitkering 'genoot'. Tegelijkertijd zijn op basis van zelfstandigheid een aantal kortlopende contracten ingevuld, doch deze besloegen in totaal slechts een klein aantal weken.

In 1993 heb ik gedurende tien maanden op basis van een zakelijk contract (dus: in overleg bepaalde condities, fakturering, debiteurenrisico) een opdracht vervuld bij één hoofdopdrachtgever. Dit is inherent aan projectmatig werken in de automatiseringsbranche: reden voor inhuren van externe specialisten is vrijwel altijd een tijdelijk capaciteits- of kennisprobleem. Voor het realiseren van een project is tijdelijk specialistische kennis of mankracht benodigd, die men niet op de loonlijst wil hebben.

Het probleem wordt nu gevormd door het feit dat de sociale wetgeving dit soort zakelijke dienstverlening aanmerkt als een werkgever/werknemer relatie, zodat de opdrachtgever het risico loopt een forse naheffing sociale premies te krijgen als hij met verscheidene externe specialisten heeft gewerkt. Uitputtende persoonlijke en telefonische contacten met GAK en Detam hebben mij doen inzien dat ik als dienstverlener geen enkele mogelijkheid heb mijn potentiële opdrachtgevers van dit soort risico's te vrijwaren; zelfs indien ik, contractueel vastgelegd, zelf premies af zou dragen gaat de bedrijfsvereniging alsnog bij de opdrachtgever claimen, omdat dit wettelijk zo geregeld is!

Als gevolg hiervan werken opdrachtgevers nog uitsluitend met pool-bureaus die de ketenaansprakelijkheid afdekken, en juist deze 'doorleen' activiteiten zijn door de wet keihard als werkgever/werknemer relatie gedefinieerd: cirkel (en discussie) gesloten.

De enige mogelijkheid om zelfstandigheid erkend te krijgen is rechtstreeks zaken te doen met de opdrachtgever, zonder pool-bureau. Per opdracht dient dan echter door de bedrijfsvereniging een onafhankelijkheids-onderzoek te worden uitgevoerd, hetgeen afgezien van alle anderen aspecten al zoveel tijd vergt dat het project van de opdrachtgever hierdoor onacceptabele vertraging oploopt. Dit werkt dus niet.

Indien de vertraging acceptabel zou zijn wordt het volgende probleem gevormd door de onderzoeks-criteria, zoals:
1. meerdere gelijktijdige opdrachtgevers
2. ontbreken van gezagsverhouding
   - vrijheid zelf invulling van de opdracht te bepalen
   - vrijheid zelf de werktijden te bepalen
3. adverteren door de ondernemer
4. investering door de ondernemer
5. debiteuren risico voor de ondernemer
....etcetera

Hieronder zal ik deze punten nader bespreken.

1. Daar zoals eerder aangegeven meestal sprake is van een capaciteits- of kennis probleem in een projectomgeving is het vrijwel niet mogelijk meerdere gelijktijdige opdrachtgevers te hebben. Lukt dit wel, zoals in 1993 bij mij, dan is één van deze opdrachtgevers vrijwel altijd aanwijsbaar hoofdopdrachtgever (grootste deel tijdsbesteding en derhalve omzet ligt bij deze opdrachtgever). Het mag dus duidelijk zijn dat punt 1. meestal reeds voor afwijzing van de zelfstandigheids-status zorgt.

2. Dit is een zeer interpretabel begrip. Als ik een schilder opdracht geef mijn huis te schilderen heeft deze man geen vrijheid van invulling, noch van werktijdbepaling. Ik bepaal de kleur en de periode waarin het werk wordt verricht (in overleg), alsmede wàt er wordt geschilderd. In mijn ogen is hier sprake van een gezagsverhouding, en zal dat ook altijd zo zijn: de opdrachtgever huurt een opdrachtnemer om een door de opdrachtgever gedefinieerde klus te klaren. De opdrachtnemer kan dan niet zomaar wat naar eigen inzicht gaan doen. Toch is er in het voorbeeld van de schilder absoluut geen twijfel over de zelfstandigheids-status.

Dit heeft mede te maken met het feit, dat een schilder bij verhindering best een dag een ander kan sturen, verf is verf, hout is hout en een goede schilder is een goede schilder; van een inwerktijd voor inzicht in het te schilderen object en de ermee samenhangende problematiek is geen sprake. Het zal duidelijk zijn dat hier het grote verschil zit met de complexe automatiseringsproblematiek waar geen sprake kan zijn van 'even een dag een invaller sturen'.

3. Adverteren door de ondernemer is een eis die zichzelf ontkracht, afhankelijk van de interpretatie van het begrip 'adverteren'. Advertenties in de media zijn kapitaalvernietiging, daar het te verwachten rendement gelijk is aan nul, en wel om de hiervoor uiteengezette reden dat opdrachtgevers niet rechtstreeks met free-lancers zaken durven te doen. In mijn geval betekent adverteren dan ook contacten onderhouden met de pool-bureaus.

4/5. Van investeringen en debiteurenrisico zal bij een serieuze free-lancer altijd sprake zijn. De mate van investering is afhankelijk van de specialisatie en hoeft derhalve niet altijd hoog te zijn. Hier zit dus (zeker voor mij) geen risico van afwijzing.

Het ligt voor de hand, dat door de afweging per geval, het interpretabel zijn van de begrippen en het onzeker zijn van de uitkomst van de afweging de opdrachtgever te maken krijgt met vertraging en een hoop problemen die strikt genomen niet de zijne zijn. Dit wil hij niet, en ziedaar het tweede deel van de reden om het inhuren van externen bij de pool-bureaus onder te brengen.

Het mag duidelijk zijn dat ik een ondernemer ben die de wanhoop nabij is. Recentelijk heeft een inspecteur van GAK Utrecht mijn situatie bekeken en geconcludeerd dat ik wat hem betreft zelfstandig ben, maar dat hem de wettelijke middelen ontbreken mij daadwerkelijk deze status te verschaffen.

Sinds kort is het in de audio en video branche (omroep bedrijf) mogelijk om zelfstandigheidsverklaringen voor de duur van één jaar af te geven. De ondernemerspositie wordt dan jaarlijks geher-evalueerd, waarna de status al dan niet verlengd wordt met weer een jaar. Niet ideaal, maar zelfs deze mogelijkheid is voor automatiseerders niet aanwezig!

Door mijn streven naar onafhankelijkheid (ik wil geen uitkering, maar dan ook geen premieplicht; ik wil werken!) ben ik een business-partnership aangegaan, waaruit door het feit dat we in een aanloopfase zitten nauwelijks inkomen komt. Daarnaast tracht ik opdrachten te verwerven, doch dit mislukt met als enige reden het feit dat ik mij wettelijk niet full-time beschikbaar mag stellen!!! Ik ben goed, lever kwaliteit en beschik over getuigschriften en referenties die dit volmondig onderschrijven. Ik word benaderd door partijen die ik niet ken, doch die via mond-op-mond reclame mijn gegevens achterhalen en ik kan niet aan de slag. Hoe veel frustrerender kan het nog worden?

Als gevolg van dit alles zit ik nu met een verplichte uitkering opgescheept (voorlopig, hangende de uitslag van de beroepsprocedure), alsmede met een zin- en uitzichtloze sollicitatieplicht. Waarom kan ik niet simpelweg stellen dat ik ondernemer ben, derhalve afzie van uitkeringsrecht en derhalve vrijgesteld wens te worden van premieplicht???

Indien mijn eenmanszaak door de bedrijfsvereniging niet als onderneming wordt erkend loop ik in het verlengde hiervan risico op conflicten met de fiscus, daar mijn activiteiten dan gezien kunnen worden als doorlopend tijdelijk werknemerschap, waardoor de rechten en plichten van het ondernemerschap (afschrijving goederen, aftrek kosten) komen te vervallen, terwijl de lasten van het ondernemerschap onverminderd blijven bestaan (probeer b.v. maar eens een hypotheek te krijgen zonder 'vast werk').

Helaas ben ik inhoudelijk niet geheel op de hoogte van het door de VVD gepropageerde ministelsel, maar ik meen dat het een constructie is volgens het onder andere in Intermediair beschreven 'basisloon' principe: iedereen een vast basisbedrag per maand, aan te vullen met inkomen uit werk (zeer simpel voorgesteld). Hier ben ik voorstander van. Het huidige stelsel moet in ieder geval op de helling, het leidt tot misbruik en demotivatie enerzijds en een enorme kapitaalsvernietiging anderzijds. Tevens wordt het onbetaalbaar, dus geef de strijd voor hervormingen niet te snel op.

Ik hoop van u (of van specialisten binnen de VVD) advies te krijgen over hoe het best valt te handelen in mijn situatie, en dat de VVD zich wil inzetten om de eigenaar van een eenmanszaak (of eigenaar/grootaandeelhouder van een BV) via een wetswijziging aan wettelijke erkenning te helpen. Ik ben gaarne bereid hier aktief in mee te denken.

Ik zie uw reaktie met belangstelling tegemoet.
 

Met vriendelijke groeten,
R.H. Hartman Automatiserings Consultancy

R.H. Hartman