Fast400 zet Toekomst iSeries op het Spel |
Problemen op Maandagochtend Over de juridische aspecten van de kwestie wil ik me als leek niet uitlaten, al valt het me wel op, dat IBM niet meteen een juridische procedure heeft aangespannen tegen SSG, het Britse bedrijf dat Fast400 op de markt brengt. Ook over het vermeende negatieve effect van Fast400 op de stabiliteit van de iSeries kan ik niets zinnigs zeggen, want zo'n negatief effect is nog niet aangetoond. Al zou ik persoonlijk niet graag verantwoordelijk zijn voor een systeem, waarvan op maandagochtend de interactieve capaciteit plotseling blijkt te zijn gehalveerd, omdat er in het weekeinde een CUM-pack is aangebracht dat Fast400 heeft uitgeschakeld. Wat me wel bezighoudt is het feit dat mensen de constructie van CFINT zien als een oneerlijke manier van zaken doen van de zijde van IBM. Deze mening ben ik onder andere tegengekomen in de nieuwsgroep comp.sys.ibm.as400.misc. iSeries gebruikers huldigen hier het standpunt dat ze betaald hebben voor een systeem met alle capaciteit die daarin zit. Zij ervaren het als niet fair dat ze moeten bijbetalen voor het beschikbaar maken van een deel van die capaciteit. Volgens mij zien zij echter een wezenlijk punt over het hoofd, namelijk de onderliggende strategie van IBM, waarvan ook zij de vruchten plukken. Economische Grondbeginselen Zoals in elke bedrijfstak dient ook een IT-bedrijf winst te maken. Om dat te bereiken in een competitief gezelschap, dient zo'n automatiseringsbedrijf met innovatieve producten op de markt te komen. Voor die innovaties zijn investeringen in Research and Development (R&D) nodig. Dit geld komt uit de winstmarge van de fabrikant, maar tegelijkertijd staan deze marges onder druk omdat de producten concurrerend geprijsd moeten zijn. Een manier om een maximaal rendement te behalen uit investeringen in R&D, is het ontwikkelen van zo min mogelijk verschillende systemen. Dit is precies wat IBM naar mijn mening doet. Bij hardware zijn er geen wereldschokkende verschillen tussen de productiekosten van een groot systeem en een klein systeem. De verkoopprijzen ervan lopen wel gigantisch uiteen, en dat is in het belang van de klant. Als een bedrijf met 3000 gebruikers een computersysteem koopt, dan beschikt dat bedrijf over een hulpmiddel dat het deze 3000 gebruikers mogelijk maakt efficiënter te werken. Tegenover de investeringen in een groot systeem staat een forse besparing op operationele kosten. Als de besparingen groter zijn dan de investeringen, gemeten over de levensduur van het systeem, dan heeft het systeem zijn bestaansrecht bewezen. Een bedrijf met slechts twintig gebruikers heeft minder computerkracht nodig. Tegelijk kan zo'n bedrijf minder kosten besparen door een computersysteem in te zetten, en zal het investeringsbudget navenant lager zijn. Welnu, als de fabrikant van hardware één en hetzelfde systeem kan bouwen voor zowel de grote als de kleine afnemer, en het vervolgens kan aanpassen aan de capaciteitsbehoefte van de diverse klanten, bespaart die fabrikant zowel op zijn R&D budget als op zijn productiekosten. Hij hoeft immers slechts één soort box te ontwikkelen en te bouwen. In deze opzet zal de fabrikant weinig of niets verdienen aan het kleine (lees: volledig begrensde) systeem en relatief veel aan het grote (lees: geheel onbegrensde) systeem. Waar het om gaat is dat hij per saldo voldoende verdient om de aandeelhouders tevreden te houden en het bedrijf gezond. Door slechts één, begrensbaar systeem te bouwen houdt hij de kosten in de hand, waarvan uiteindelijk alle klanten profiteren. Als fabrikanten daarentegen weer gedwongen worden om capaciteitspecifieke systemen te ontwikkelen, doordat klanten begrenzingen omzeilen, zullen de ontwikkel- en productiekosten en dus de verkoopprijzen gaan stijgen. Uiteindelijk zijn we dan allemaal duurder uit. Het zou een trendbreuk zijn na jaren waarin bij elke nieuwe aankondiging van de iSeries de capaciteit van de modellen verdubbelt bij gelijkblijvende kosten. Belang bij Continuïteit In mijn optiek is er niets oneerlijks aan deze strategie en is er niets gluiperigs aan zaken als CFINT. In de eerder vermelde nieuwsgroep werd mijn visie bevestigd door Rodney Johnson, Technical Team Leader bij de AS/400 Spool afdeling van IBM in Rochester, Minnesota. Hij spreekt op persoonlijke titel en is het niet noodzakelijk eens met marketingstrategieën van IBM. Maar hij geeft wel aan: "Als iedereen dezelfde prestaties uit een kleine box weet te halen als uit een grote box, dan nemen de inkomsten af. Dat betekent minder investeringen in R&D. Daardoor komt er steeds minder nieuwe functionaliteit beschikbaar op dit platform. Daardoor neemt de vraag af, totdat er uiteindelijk helemaal geen iSeries meer is om te kopen." Om alle misverstanden te voorkomen: ik ben een onafhankelijke consultant en heb geen banden met IBM. Maar ik heb wel belang bij de continuïteit van de iSeries. Waarom zouden we het voortbestaan van een machine op het spel zetten, waarvan de kosten voor de gebruiker (Total Cost of Ownership) aanmerkelijk lager liggen dan bij andere platformen, en waarvan de inzetbaarheid steeds breder wordt? René Hartman heeft 22 jaar ervaring in de IT, onder andere als PC- en AS/400-programmeur en als systeemarchitect. Elf jaar geleden richtte hij R.H. Hartman Automatiserings Consultancy op, dat zich richt op ondersteuning van en advies aan AS/400- en iSeries-gebruikers. U kunt hem bereiken op mailto:rh.hartman@hac-maarssen.nl. 1 U kunt deze artikelen nalezen op http://www.bluewell.nl/bwm/0112/nl011201.htm en http://www.bluewell.nl/bwm/0206/nl020608.htm. © 2002 BlueWell - © 2002 HAC Maarssen Alle andere productnamen zijn handelsmerken of auteursrechtelijk beschermd door hun respectievelijke eigenaren. |